Kolet Janssen

auteur

Horen en luisteren

14 augustus 2024

Een huisje op een heuvel in Umbrië. In de ochtend is het ongewoon stil. De vroege vogels zwijgen alweer na hun lofzang op het opstaan van de zon. In de verte klinkt af en toe een kikker. Geen ronkende auto’s of knetterende brommers, geen stommelende buren, geen druk pratende stemmen op de stoep, geen boormachines of draaiende hijskranen, geen brievenbusgeklepper.

Maar zodra het licht genoeg is en de temperatuur zo rond een uur of negen boven de 25 graden is gestegen, zet een van hen zachtjes in. Eerst nog wat rasperig en uit het ritme, maar bij elke streek gaat het beter. Binnen de kortste keren doet ook onze oude huiskrekel mee, met een hese keelschraap die minder hard klinkt, maar even doordringend is. Na een paar maten hebben ze de slag weer te pakken.

Nu is het een aflossingskoers die de hele verdere dag duurt. De grote branie van de rechterbuurboom, de scherpe snerp van de krekel uit de boom aan de andere kant van de weide en de hardnekkige hoestrasp van grootvader krekel uit de boom bij ons terras. Ze jutten elkaar op en kunnen er niet genoeg van krijgen. Als een van hen even een pauze inlast om op adem te komen, spannen de anderen zich in om bijkomend volume te produceren, tot de spijbelaar weer invalt. Alleen heel af en toe valt er even een onbedoelde stilte, die je als een natte doek in het gezicht slaat.

Het klinkt monotoon en bezwerend. Alsof de krekels je gedachten en gevoelens, je plannen en zorgen willen overstemmen en overnemen. Het vergt enige oefening om het geluid te negeren en als achtergrond te beschouwen. Want het is oorverdovend, maar als je eenmaal in het gestage ritme komt, kun je er doorheen leren luisteren. Misschien hebben ze een ingewikkeld patroon van shiften en pauzes dat buiten mijn waarnemingsgebied valt. Ik kan niet ander dan me eraan overleveren.

Voor de honderdste keer laat ik mijn blik glijden over de heuvels, de bossen en de velden. Hier en daar zie ik het silhouet van een paar cypressen of een parasolden. Veel meer dan vijftig tinten geel en groen balsemen mijn ogen.

Laat in de avond als het al donker is, hoor je tussen de krekels door de tinkelende bellen van een kudde schapen en het ijle geblaf van honden. Ver weg in de vallei leiden herders hen naar de stal voor de nacht.

En dan – diep in de nacht – is het opeens weer stil. De krekels slapen. Als je goed luistert, kun je je eigen gedachten horen. Die zijn soms heel verrassend.

(Photo by Markus Lederer on Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.