Kolet Janssen

auteur

Het langste halfuur van mijn leven

17 juli 2024

Het is weer die tijd van het jaar en bovendien heb ik een kleindochter die nu ongeveer zo oud is als haar mama toen: twee en half. Ik was met de fiets in de stad met drie kinderen: onze meisjestweeling van twee en half en onze twaalfjarige pleegzoon. Ik moest even foto’s ophalen bij de fotograaf (ja, zo lang is het geleden!) en omdat ik niet met drie kinderen de kleine winkel binnen wilde, liet ik pleegzoon met een van de meisjes bij de etalage staan. Toen ik vijf minuten later weer buiten kwam, was het meisje weg.

‘Waar is Sara?’ vroeg ik. Het alarm schoot in mijn lijf, van mijn haarwortels tot mijn teenkootjes. Pleegzoon wist het niet, hij had alleen naar de etalage gekeken. Sara was weg. Op de stoep in beide richtingen van de lange straat was geen klein meisje te zien. Ik postte pleegzoon bij de winkel, griste de andere helft van de tweeling mee en fietste de straat verder af. Aan iedereen die buiten stond, vroeg ik: ‘Heeft u zo’n meisje gezien?’ Ze keken me aan alsof ik niet helemaal bij mijn verstand was. Ik had toch al zo’n meisje, waarom wilde ik er nog een? Heel toevallig hadden de meisjes die dag hetzelfde jurkje aan. Een man zei: ‘Ja, daarnet kwam hier zo’n meisje voorbij, ik dacht dat ze hoorde bij de mensen die iets verderop liepen.’

Ik fietste verder in de richting die hij aanwees, maar geen Sara te bespeuren. Ik sloeg de eerste zijstraat links in en fietste de hele blok rond, tevergeefs. Ik klampte iedereen aan. Van schrik ging mijn stem steeds hoger klinken. Een kennis vroeg wat er scheelde en begon mee te zoeken. Daar was de winkel van de fotograaf weer en ik deed wat ik gehoopt had nooit te moeten doen: ik belde er naar de politie en gaf het signalement van mijn dochter. Mijn hart brak bijna toen ik vertelde over haar staartjes en het jurkje met de blauwe bloemetjes. ‘Blijf zelf verder zoeken’, raadden ze me aan en dat deed ik. Telkens opnieuw datzelfde rondje, steeds wanhopiger, zonder resultaat. De kennis gaf het op, want hij moest naar een afspraak. Hij wenste me het beste. Ik kon zelfs niet meer knikken.

Toen ik weer bij de fotograaf kwam, hoorde ik dat ik snel naar huis moest, want de politie had haar gevonden en zou haar thuis brengen. Zo ging dat in pre-gsm-tijden. Ik racete naar huis, met de andere tweelinghelft in tranen. Die begreep niet waarom we zonder haar zusje naar huis gingen. Pleegzoon keek steeds schuldbewuster.

Thuis was er geen politiewagen te zien. Toen die arriveerde, zag ik alleen een agent aan het stuur. Hij stapte uit en mijn hart stond stil. Zou ik nu meemaken wat ik zo vaak in films had gezien? Maar de agent liep om de auto heen en opende het portier aan de andere kant. Daar zat Sara, ze kwam nog niet boven het raampje uit. Ze dronk prinsheerlijk van een blikje Sprite. Totaal niet in tranen of in paniek.

Een alerte postbode had haar onderschept toen ze al bijna bij het station was. Veel verder dan ik mijn rondjes had gemaakt. Ze was daarbij een drukke straat overgestoken. De postbode had het vreemd gevonden dat zo’n klein meisje alleen over straat liep en had de politie gebeld. Terwijl hij wachtte, had hij voor haar een blikje Sprite gekocht.

Ik heb de man nooit kunnen bedanken, maar hij heeft meer bijgedragen aan mijn geluk dan hij ooit kan beseffen. De dreun die ik die dag kreeg, maakte een deuk in mijn ziel die ik elk jaar nog voel. Maar dankzij de postbode werd het geen gat.

Photo by Caroline Hernandez on Unsplash

1 reacties op “Het langste halfuur van mijn leven”

  1. Magda Celen schreef:

    Tijdens het lezen van de blog kan ik me die ongerustheid en paniek echt voorstellen…
    Blij met de goede afloop!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.